Als de bus onhaalbaar is – het tegengaan van vervoersarmoede met alternatieve vervoersconcepten

Er wordt wat afgereisd in Nederland. In september staan de kranten weer overvol met artikelen over dat het openbaar vervoer weer uit zijn voegen barst. Voornamelijk speelt dit probleem op hoogwaardig openbaar vervoer trajecten en op de sporen.

Een schril contrast met de andere tendens in Nederland. Daar waar de winst gemaakt wordt op de drukke trajecten, wordt de druk op de onderkant van de ov-markt als maar groter. De overheid kiest tegenwoordig steeds vaker voor het collectief, want het ov moet sneller en efficiënter. Dat de overheid dit doet is verklaarbaar, maar wat doet de overheid op het moment dat mensen zich door deze keuzes niet meer kunnen verplaatsen, doordat de afstand tot het openbaar vervoer te groot wordt?

Door alternatieven aan te bieden, kunnen de gevolgen van economisch beleid verminderd worden en kan zogenaamde vervoersarmoede tegengegaan worden. Potentiële reizigers houden zo toegang tot het openbaar vervoer. Voordat er alternatieven aangeboden worden, geldt de vraag: Wat zijn realistische alternatieve vervoersconcepten om vervoersarmoede in het ov te voorkomen, zodat openbaar vervoer zijn sociale functie behoudt?  In mijn bachelorafstudeeronderzoek ging ik op zoek naar het antwoord op deze vraag.

Verandering van functie: van sociaal naar economisch
Openbaar vervoer kent een sociale functie. Het ontsluit woonlocaties met plaatsen van betekenis zoals ziekenhuizen, winkelcentra en stations. Het is de sociale functie die ervoor zorgt dat openbaar vervoer niet helemaal kan functioneren zoals gewenst. Daar waar de bus in verbindende de vorm de hoogste economische rendabiliteit kent, wordt deze wegens de sociale functie nu ontsluitend ingezet. Verklaarbaar want sommige reizigers hebben geen andere alternatieven dan het ov. De mensen die gebruik van het openbaar vervoer moeten maken, omdat zij geen alternatieven hebben worden captives genoemd.

Er zijn in Nederland veel doelgroepen te onderscheiden die onder de zogenaamde captives vallen: lage inkomensgroepen, mindervaliden, ouderen en ook jongeren. Wanneer het openbaar vervoer buiten het bereik valt, kan er sprake zijn van vervoersarmoede. Dat betekent dat mensen zichzelf niet meer kunnen verplaatsen over een langere afstand waardoor zij de aansluiting verliezen met de maatschappij. Werk, winkels, sport en sociale activiteiten komen buiten het bereik van de herkomst locatie te liggen.

Doelgroepen op basis van middelen en beperkingen
Potentiële ov-gebruikers ervaren om verschillende redenen vervoersarmoede. Veelal worden reizigers in doelgroepen op basis van reismotieven ingedeeld. Juist daar gaat het mis, een reismotief zegt niets over de middelen en beperkingen van een reiziger. Iemand kan forens zijn en een handicap hebben. Wordt deze alleen ingedeeld als forens, dan ligt een discrepantie tussen vraag en aanbod op de loer. De doelgroepen zijn daarom opnieuw vastgesteld:

  • Reiziger zonder beperkingen
  • Rijbewijsloze
  • Reiziger met een financiële beperking
  • Reiziger met een visuele beperking
  • Reiziger met een fysieke beperking
  • Reiziger met een mentale beperking

Om een verschil te kunnen duiden tussen verschillende reismotieven is een tweedeling gemaakt in utilitair, waarbij snelheid en efficiëntie voorop staan, en hedonistisch, waarbij de mogelijkheid tot verplaatsing belangrijker is dan snelheid. Voorbeelden zijn respectievelijk reis naar kantoor (utilitair) en een familiebezoek (hedonistisch).

Om vervoersarmoede te voorkomen als gevolg van beleidskeuzes in het openbaar vervoer zijn er verschillende concepten geanalyseerd. Vervoersconcepten die ervoor zorgen dat reizigers toegang houden tot het openbaar vervoer.

De concepten verschillen van zeer traditionele vormen zoals de bus en taxi, tot vernieuwende vraaggestuurde en deelsysstemen. De verschillende vervoersconcepten zijn zowel lijngebonden als niet lijngebonden en verdeeld in een viertal categorieën met de volgende concepten:

  • Reguliere openbaar vervoer
    Lijnbus
  • Vraag gestuurd openbaar vervoer
    Flexibel volgens vaste route en dienstregeling
    Flexibel volgens een vaste route
    Flexibel van halte naar halte
  • Vraag gestuurd besloten vervoer
    Flexibel van deur-tot-deur
    Doelgroepenvervoer
  • Deelsystemen
    Deelauto
    Deelfiets

Vrijwillige initiatieven zijn op basis van de scope van dit onderzoek buiten beschouwing gelaten.

Alternatieve concepten
Het koppelen van de verschillende beleids- en doelgroepseisen leidt tot een breed palet aan mogelijke toepasbare alternatieve concepten. De deelauto komt daar in positief naar voren en ook de reguliere lijnbus vormt vaak een realistisch alternatief. De deelsystemen lenen zich goed voor korte afstanden, wanneer de bus door grotere afstanden naar de bushalte onhaalbaar is geworden.

Deelsystemen zijn voor de utilitaire reiziger goed geschikt vanwege de hoge mate van planbaarheid en flexibiliteit. Voor de hedonistische reiziger is het gemak van de reis bepalender.

Reisintegratie is op dit moment het meest aanwezig bij de bus, flexibel volgens dienstregeling en route en de deelsystemen. De OV-chipkaart als betaalsysteem en de gebruikte standaarden voor het plannen zijn daarin grote voordelen. Het aanbod is voor een hedonist altijd nog belangrijker dan de snelheid van de rit.

Acht concepten, één systeem
Het integreren van systemen is een randvoorwaarde om vervoer van deur-tot-deur naadloos op elkaar aan te sluiten. Zo is de OV-chipkaart in het ov daar een belangrijk voorbeeld van. Integratie van systemen kan door systemen via een platform op elkaar aan te laten sluiten, veelal geuit via het principe Mobility as a Service. Dat aansluiten gebeurt door open standaarden. Via deze standaarden kunnen derde partijen applicaties ontwikkelen waarin alle modaliteiten worden aangeboden. Door ook betaalmiddelen te standaardiseren, verdwijnen de plooien tussen de verschillende concepten. Randvoorwaardelijk voor een goede integratie van het alternatief is het kunnen toepassen van persoonlijke voorkeuren, plannen, boeken en betalen van aanwezige modaliteiten in een concessiegebied.

Zorgplicht
Op basis van dit onderzoek worden ov-autoriteiten en gemeenten, wegens de zorgbudgetten, geadviseerd maatwerk in te zetten om mensen toegang te bieden tot het openbaar vervoer. De hoeveelheid vereiste zorg vanuit de doelgroep, het reismotief en de afstand tot het dichtstbijzijnde knooppunt spelen daarbij de leidende rol. Toegang bieden betekent dat het systeem niet parallel functioneert aan het ov, maar voorziet in het gat dat ontstaat door het wegvallen van de bus.

Maatwerk is pas echt maatwerk als het aansluit op de behoefte van de reiziger. Dat moet met de inzet van alternatieve vervoersconcepten altijd in het achterhoofd gehouden worden. Zolang er rekening gehouden wordt met de (potentiële) doelgroep en er geen mismatch ontstaat tussen de klantwens en het aangeboden vervoersconcept (klantwaarde vs. publiciteitswaarde), is er een breed palet aan alternatieven mogelijk.

Het succes van een alternatief hangt af van de manier hoe de integratie van het alternatief in een systeem is uitgevoerd. Deze is vereist om een alternatief realistisch te laten zijn. Want de kracht van het ov ligt in zijn eenvoud en eenduidigheid. Alternatieve vervoerwijzen moeten daar op aansluiten, zodat een alternatief ook echt realistisch is. Een realistisch alternatief concept voor de gebruiker en de ov-autoriteit als de bus onhaalbaar is.

Het volledige document: Als de bus onhaalbaar is – Bachelorscriptie Jason David
Status: Definitief, openbaar – In opdracht van: Royal HaskoningDHV

[contact-form to=”rhdhv@jasondavid.nl” subject=”Als de bus onhaalbaar is”][contact-field label=”Naam” type=”name” required=”1″][contact-field label=”E-mailadres” type=”email” required=”1″][contact-field label=”Bericht” type=”textarea” required=”1″]


[/contact-form]

Zij laten de treinen rijden: Deel II Hoofdconducteur

Vorige week was ik op bezoek bij NedTrain, daar waar de treinen helemaal gestript en opnieuw opgebouwd worden. Gister stond stiekem toch wel iets leukers op het programma. Ieder jongetje heeft de droom om ooit een dagje op de trein mee te lopen. Het was dan ook de dag dat ik mij zoals dat jongetje uit de welbekende NS reclame voelde.

https://www.youtube.com/watch?v=x56Vd9CX-po

12:09 – Ready set go!

Samen met de hoofdconducteur duik ik de kledingkast in, maar helaas alles is te groot… We lachen er samen hard om en zetten we koers richting spoor 1b voor de eerste rit. Samen met de Hoofdconducteur maak ik mij klaar voor mijn eerste rondje als “Hoofdconducteur”. We controleren de sluitseinen van de FLIRT en de HC legt mij het een en ander uit over het rondje dat we gaan maken.

Het vertrekproces. Ik blaas op mijn fluitje als het witte lampje gaat branden en vertrekken maar. Hoe moeilijk kan het zijn? Fout dus. In de basis klopt het. Het witte lampje betekent dat er een rijweg ingesteld is voor je trein en dat de trein veilig kan vertrekken. Sein Veilig. Waar hangt dat lampje dan? Op de meeste stations hangt het lampje wel in het zicht, maar sommige stations hebben dus geen vertreklicht, daar start je de zogenaamde vertrekprocedure op zicht van het sein. Maar vergeet niet op tijd vertrekken, is niet te vroeg vertrekken.

Nu het sein veilig is gegeven, komt er een meer dynamisch element in beeld. De reiziger. Want hij of zij bepaalt grotendeels of een vertrekprocedure veilig kan verlopen. Niet voor niets startte NS vorig jaar met de Campagne Fluiten is niet meer instappen. Want op het moment dat de fluit start gaan de deuren dicht. De conducteur draait de sleutel om en de deuren sluiten. Op het moment dat jij als reiziger besluit toch in te stappen staat de conducteur machteloos.  De deur stopt niet.  Vanaf vandaag dus echt: Fluiten is nietmeer instappen!.

13:13 – Wijchen

We gaan terug. De Hoofdconducteur heeft mij de cabine van de FLIRT laten zien. De nieuwste trein van NS op dit moment. Onbemand (dus zonder machinist) is een cabine voor de conducteur gewoon een plek om te kunnen zitten. Vanuit reizigersoogpunt is dit niet heel erg wenselijk zegt de HC. In de cabine ben je uit het zicht van de reiziger. Met de FLIRT zetten we koers richting Arnhem waar we van de trein af gaan voor een korte pauze.

14:23 – Spoor 7 Arnhem Centraal

Na de pauze op Arnhem zetten we koers richting Roosendaal. De 3643 (Zwolle – Roosendaal, DDZ-6). Het meest bekende traject voor mij. De afgelopen jaren heb ik er een aantal duizend kilometer op een gedeelte van dit traject (Arnhem – Breda) doorheen gejast. Des te bijzonderder is het dit traject eens als HC af te reizen. We starten rustig. De HC legt mij het een en ander uit over het nieuwe materieel. Plots krijg ik de sleutel in mijn hand gedrukt. Sleutel maar, ik zorg dat het veilig is luidt het. Ik word stiekem toch wel een beetje zenuwachtig. Het moet veilig bedenk ik mij. Ik kijk naar het vertreksein dat oplicht, mijn blik verschuift naar de klok en zie hem 14:22:40 slaan. Het vertrekproces kan beginnen. Ik kijk om mij heen en zie dat de laatste reizigers instappen. Vervolgens stap ik naar binnen, steek de sleutel in het gat en draai hem om. De trein fluit en deuren beginnen te piepen. Alle deuren sluiten, terwijl er ondertussen nog een reiziger er een laatste sprintje uitperst vanaf de roltrap in de poging de trein halen. Te laat. De deuren zijn al dicht gelukkig. Want het zou toch maar gebeuren dat er net iemand tussen de deuren komt… We sluiten onze deur en zetten koers richting Nijmegen.

14:34 – Waalbrug

“Dames en heren het volgende station is Nijmegen. [..] Breda, Etten-Leur en eindbestemming Roosendaal.” Zo doe ik het de volgende mag jij doen zegt de HC. Ergens word ik zenuwachtig, maar tegelijkertijd is dit toch altijd wel mijn droom geweest.  Ook in Nijmegen sluiten we de trein en rijden we verder.

15:00 – ‘S Hertogenbosch-Oost

It’s all yours, ik haal de ’telefoon’ van de hoorn en neem een hap lucht…

Ik vergeet de helft, maar wat kan het verkeren. Het is de eerste keer.  Ik mag nog vaker oefenen vandaag.

15:14 – ‘S Hertogenbosch

We starten met het rondje door de trein. Onderlangs de trein door “vervoerbewijs alstublieft”, ook dat heb ik altijd al eens willen roepen. De HC blijft in de buurt en kijkt over mijn schouder mee. Iedereen is netjes ingecheckt. Totdat we bij een meneer aankomen die zich meteen excuseert. “Volgens mij ben ik niet ingecheckt” luidt het. “Dat klopt meneer” zeg ik terug, maar ik zie in de historie dat u netjes altijd in- en uitcheckt. We kijken hem streng aan en wensen hem vervolgens een fijne dag. We gaan door want we zijn al bijna in Tilburg aangekomen. Aldaar poging twee tot de oproep… Niet alles is gefilmd want er moest ook gewerkt worden…

[…]

15:40 – Het volgende station is station Breda…

Het gaat al een stuk beter, maar helaas de camera houdt er mee op… Net op mijn station. […] “Mocht Breda uw eindbestemming zijn, vergeet dan niet uit te checken. Namens het NS personeel wens ik u een prettige dag! Station Breda.”

[…]

We stappen af in Roosendaal. Eenmaal aangekomen zien we een oudere vrouw stoeien met een zware tas en het vervoerbewijs. We stappen op haar af, de HC neemt haar tas over terwijl ik samen met mevrouw naar de poortjes loop. Ik leg haar uit hoe haar ticket werkt en ik open haar poortje. Ze is dankbaar. We wensen haar een fijne dag en vervolgen onze weg voor een hapje en een drankje. We hebben een welverdiende pauze.

16:57 – Roosendaal (ICM-8)

We zetten weer koers richting Gelderland. We krijgen extra personeel mee want de trein is te lang om alleen te rijden. Ik tel officieel niet mee als personeel, hoewel ik wel NS’er ben. Het personeel wat de trein op komt is ouder, wij zijn ondergeschikt en voeren in overleg de opgedragen taken uit. Een controle en een rondje service. Omroep, fluiten en sluiten regelen zij. Wij zwaaien af, wat inhoud dat wij fluiten als hij fluit, onze hand omhoog steken als het veilig is en de trein instappen.

Voordat we instapten hebben we een ding afgesproken. Ik mag nog een keer station Breda omroepen. Het gaat vrijwel vlekkeloos. Ik neem mijn tijd en vergeet geen station, ik heb zelfs nog ruimte voor een persoonlijke noot. Maar helaas, niet opgenomen…

We vervolgen onze reis richting Zutphen. De tijd vliegt voorbij en we hebben geen oponthoud gehad. Gelukkig. De dag nadert zijn einde. Ik schud de HC zijn hand en dank hem meermaals. Zoveel gastvrijheid en enthousiasme van een conducteur doet mij goed. Ik ben als een kind zo blij terwijl ik richting de trein naar Breda loop.

Wanneer ik instap en koers zet richting Breda trilt mijn telefoon. Het zijn de foto’s van deze dag, maar naarmate ik omlaag scroll trekt het bovenste deel van mijn beeldscherm mijn aandacht. Mijn lach vervliegt snel. Storing…. Het duurt nog wel even voordat ik thuis ben. Maar ach ik heb de dag van mijn leven gehad, dus het duurt niet lang voordat de lach terug is.

Bedankt voor het reizen met de NS en we wensen u nog een prettige avond. Einde bericht.

 

 

 

Zij laten de treinen rijden: Deel I Nedtrain

Het mooie van een stage bij NS is dat je nog eens wat ziet. Afgelopen dinsdag een bezoek gebracht aan Nedtrein, Refurbishment & Overhaul te Haarlem. Ruim 1000 medewerkers zorgen ervoor dat de treinen van NS gereviseerd en gemoderniseerd worden. Zo zijn deze treinen straks klaar om ook in te toekomst reizigers te kunnen vervoeren.

Op dit moment in revisie: De VIRM-I, 81 treinstellen met 416 met rijtuigen, die na een volledige modernisatie door het leven gaat als de VIRMm-1 In 2014 is men gestart, rond 2018 moeten alle VIRM-I stellen gereviseerd zijn. Daarna is het dan de beurt aan respectievelijk VIRM-II en VIRM-3

Een volledig gestript rijtuig is bijna niet meer te herkennen.

Na een eerste bezoek aan de spuitcabine ziet een trein er zo uit.

Het casco begint naarmate het proces vordert steeds meer op een trein te lijken.

Strak in de lak, klaar om naar buiten te gaan.

 

Houdoe en bedankt!

Zoek een stage voor 14 weken bij een bedrijf naar keuze en maak kennis met het vakgebied. Zo luidde opdracht vorig jaar. Na een wensenlijst gemaakt te hebben wist ik het: “De gemeente Eindhoven” zou het worden. En zo het geschiedde. Onder toezicht van stagebegeleider Erik van Hal ging ik in september aan de slag, bij de afdeling Verkeer en Milleu als verkeerskundige in spe.

Ik werd betrokken bij de projectgroep ‘Beleef de Vestdijk’ en zo opgenomen in de vakwereld van de verkeersplanologen. Bewonersavonden, ondernemersavonden en de Dutch Design Week heb ik allemaal van dichtbij mee mogen maken. Die momenten vormden de basis voor mijn rapportage. Een rapportage die weergeeft wat er voor nodig is om draagvlak in de stad te creëren om de herinrichting van de Vestdijk tot een succes te maken. Helaas is de rapportage wegens de huidige status van het project “Beleef de Vestdijk” niet openbaar en kan ik deze daarom niet publiceren.

Ik heb veel geluisterd, gezien en geleerd. Het hele ambtelijke apparaat ontdekt en tegelijkertijd het krachtenveld tussen de politiek, deskundige en burger ervaren.

Hoewel vrijdag mijn officiële laatste dag was, heb  ik vandaag, dinsdag 13-12, mijn referaat (presentatie) gehouden. Dat betekent automatisch het echte einde van deze eerste stageperiode. De weken zijn gevlogen. Mijn dank aan de gemeente voor haar bewezen diensten is groot en wie weet tot ooit.

Houdoe en bedankt!

whatsapp-image-2016-12-09-at-10-13-56

Titel: Hoe rijk wordt de Vestdijk?
Status: Niet openbaar
I.o.v: Gemeente Eindhoven